105 research outputs found

    Langer vitaal door sensortechnologie

    Get PDF
    Het belang van werkgevers om de duurzame inzetbaarheid van werknemers te verhogen is evident. Een belangrijke determinant van duurzame inzetbaarheid is ervaren gezondheid. Dit project, uitgevoerd onder de vlag van het Interreg-project iAge, beoogde om werknemers te stimuleren tot (meer) gezond gedrag en daarmee tot een hogere ervaren gezondheid door middel van de inzet van sensortechnologie: technologie die de gebruiker ervan in staat stelt om gedurende een langere tijd inzicht te krijgen in en feedback te krijgen over bepaalde fysiologische parameters en/of leefstijl-gedragingen. De inzet van sensortechnologie helpt werknemers door middel van objectieve, betrouwbare feedback op hun gezondheidsgedrag om meer inzicht te krijgen in hun gezondheidsgedrag en meer vertrouwen te krijgen in hun mogelijkheden dit te beïnvloeden. Omdat het van groot belang is om passende doelen op te stellen is het wenselijk een coach in te zetten die de gebruikers van sensortechnologie daarin ondersteunt. Het bedrijf waarin dit project is uitgevoerd is Ateliers Museum Technische Werken in Groningen (www.ateliersmtw.nl). De uitvoering lag bij het lectoraat Arbeidsparticipatie (onderdeel van het Kenniscentrum Arbeid van de Hanzehogeschool Groningen) in nauwe samenwerking met het lectoraat New Business en ICT van de Hanzehogeschool en het Quantified Self Institute (www.qsinstitute.org). De deelnemers aan dit project (12) stelden in overleg met een coach vast met welk gezondheidsdomein – fysieke activiteit, voeding, slaap, stress en sociale interactie – zij met behulp van een sensor aan de slag wilden gaan. Negen van hen wilden hun fysieke activiteit in kaart brengen door middel van een stappenteller. Van die negen gebruikten zes een stappenteller van het merk Withings(www.withings.com) en drie een stappenteller van het merk Fitbit (www.fitbit.com). Een van de deelnemers wilde slaappatronen in kaart brengen met behulp van een slaapsensor (Zeo, een sensor gefabriceerd door een bedrijf dat inmiddels failliet is). Twee deelnemers wilden een sensor op het gebied van stress: een Inner Balance en een Emwave2 die de hartslagcoherentie kunnen meten die een indicatie vormt voor ervaren stress (www.hearthmathbenelux.com). Gedurende het gebruik van de sensor voerden de deelnemers drie gesprekken met de coach waarin zij de ervaringen met de sensor en de voortgang van hun doelen met betrekking tot het relevante gezondheidsdomein bespraken. De data van de sensoren wees op een toename van gezond gedrag voor enkele deelnemers. Daarbovenop wezen de resultaten van een gevalideerde vragenlijst (de SF-12) en interviews uit (beide voor- en achteraf afgenomen) dat de deelnemers over het algemeen tevreden tot zeer tevreden waren over het gebruik van hun sensor. Voorts rapporteerden ze hogere niveaus op functionele status, welzijn, fysieke gezondheid en psychische gezondheid. Ook beoordeelden de deelnemers hun fysieke vitaliteit na afloop hoger dan voor aanvang van het project. Door de intervieww kon een aantal succesfactoren vastgesteld worden rondom de eigenschappen van de sensor, de inzet van coaching, de informatievoorziening en de rol van het management. Zo vormt dit project een eerste stap in het onderzoeken van de effectiviteit van de inzet van sensortechnologie in een werksetting ten behoeve van het verhogen van de duurzame inzetbaarheid van werknemers. De uiteindelijke, voorzichtige conclusie luidt dat sensortechnologie in combinatie met een coaching traject leidt tot positieve effecten voor ervaren gezondheid en inzicht en zelfvertrouwen wat betreft het kunnen beïnvloeden daarvan. Naar verwachting leidt dit op langere termijn tot een verhoging van de duurzame inzetbaarheid van werknemers

    Langer vitaal door sensortechnologie

    Get PDF

    Een plus een is drie:psychologie en technologie als noodzakelijke twee-eenheid voor echte gezondheidswinst

    Get PDF

    Een plus een is drie:psychologie en technologie als noodzakelijke twee-eenheid voor echte gezondheidswinst

    Get PDF

    Kleine interventie, significante resultaten

    Get PDF
    Artikel in Ă©Ă©nmalige uitgave QSI special edition 1130 Quantified Self Institute ter gelegenheid van het driejarige bestaan van het Quantified Self Institute van de Hanzehogeschool Groningen. (28 september 2012 - 2 november 2015 = 1130 dagen

    I know what they think about us:Metaperceptions and intergroup relations

    Get PDF
    Suppose that you are about to meet members of another group than the group where you belong to. For example, as a Dutch tourist you are about to meet Germans during your holiday in Germany, or as a female manager you are about to meet male managers at a meeting, or as a psychologist you are about to meet economists at a conference. In each of these cases, you probably would immediately (and perhaps even unconsciously) think about how the members of the other group think about your group. For example, an important question is: Does the other group like your group? Would you expect them to like your group because you also like their group? Furthermore, you may expect that the members of the other group to hold certain stereotypes about the members of your group. For example, Dutch Moroccans might expect that the indigenous Dutch people think that all Moroccans are fundamentalist Muslims. Obviously, such an expectation about the way the own group (“ingroup”) is seen by the other group (“outgroup”) may very well guide Dutch Moroccans’ behavior towards the indigenous Dutch people they are about to meet. Basically, there are two options: Either Dutch Moroccans could present themselves more as fundamentalist Muslims or they could present themselves less as fundamentalist Muslims. So, how would Dutch Moroccans react? Or more generally speaking, how do people in general expect to be viewed by members of another group and how do they react if they think that members of another group have certain specific stereotypes about their ingroup?In fact, the above questions are the central questions of the present dissertation. Hence, the central questions in this dissertation are the following: Is how people think they are seen by members of another group related to how they, themselves, think about the members of the other group? And, how are people influenced by the way they think members of another group see them? In this dissertation, I will present one factor that appears to be very relevant with respect to answering these questions. This factor is: reciprocity (i.e., the tendency to “give” others what they deserve based on how they treated you). Regarding the first question concerning how people expect to be viewed by members of another group, I will show that, in general, they expect reciprocated (dis)liking from another group, except when people feel guilty towards that group
    • …
    corecore